Page 3 - Handboek Muziek Geschiedenis
P. 3

Mémoire sur la Musique des Chinois (Paris 1779, pag 86) ; het is
              een zonderling mengsel van mythe en mathematische berekening en
              toont ons aan, dat het meten der intervallen reeds in de grijze oudheid
              bekend was.

                 Plaatsen wij ons op historischen bodem, dan zien wij, dat bij de
             Chineezen de muziek van oudsher in nauw verband stond met hun

              godsdienst en hun staatsinstellingen. De geheele beoefening der kunst
              was onder staatstoezicht gesteld, en hofbeambten hadden ervoor te
              waken, dat geen ongeoorloofde toon in het stelsel binnensloop.
                 Hun oudste toonladder bestond uit vijf trappen, van F tot D ; de

              tonen B en E ontbraken :

                                                            N.B.             NB.






                 Deze tonen hadden bepaalde, aan het staatsleven ontleende namen.

              De grondtoon F heette : de keizer, G : de minister, A: het gehoor                            -
             zamend volk, C : de staatszaken, D : de voorstelling aller dingen.
                 Wat bij ons hoog heet, was bij de Chineezen laag ; in bovengenoemde
              toonreeks was dus F de hoogste, D de laagste toon.

                 Men zegt, dat de Chineesche prins Tsay-yu, die een groot kunst                            -
             vriend was en o. a , den volkszang bevorderde, de ontbrekende tonen
             B en E in de toonschaal invoegde. De eerste werd leider de tweede
                                                                                             *
             middelaar genoemd. (Het zijn inderdaad de leidende tonen naar C en
             F ; ook treden zij als middelaars op, doordien zij de oude onvolledige

             Chineesche toonladder tot een schaal van zeven tonen aanvulden.)
                 „Zonder deze twee halve tonen is er geen ware muziek,                           "   placht
                    -
             Tsay yu te zeggen. Maar vele muziekgeleerden, vertegenwoordigers
             van de oude school, waren het niet met hem eens. „Die twee halve

                                                 "
             tonen in de schaal persen, beweerden zij, „zou hetzelfde beteekenen,
             als aan de hand nog een zesde vinger aanzetten.                      "  Men ziet, dat de
             muzikale kritiek zich reeds destijds liet gelden. De nieuwe uitvinding

             behield desniettemin het veld, en de toonschaal werd nu:
   1   2   3   4   5   6   7   8