Page 20 - Huifkar
P. 20
TIJD VOOR ACTIE!
Het bivak. Een slaapzak. Naast twee andere maar die mag je vergeten. Een
heel speciale slaapzaak dus: die van Vlammetje. In het donker van de nacht,
met slechts het zwakke schijnsel van de olielantaartjes om toch nog iets te
kunnen zien, valt niet de kleur of het bloemetjesmotief ervan te
onderscheiden. Ook dat mag je terzijde schuiven als niet belangrijk. Wel
vermeldingswaardig is dat er beweging in de zak zit. Een heel onrustig soort
van bewegen. Eerst een draai naar rechts, vervolgens toch maar weer terug
naar links en daarna met het voeteneind omhoog. En dan: ineenkrimping. De
inhoud van de slaapzak kromt zijn rug, trekt zijn benen op, woelt en kronkeld
en vindt maar geen tevredenheid met de lighouding. Dichtgeritsd tot aan het
neusgat lijkt het een reasachtige rups met buikpijn. Naast twee andere larven
die niets...
Maar - zoals afgesproken - hun rol in dit hoofdstuk is figuratief. Laten we ons
concentreren op de voornaamste persoon bij deze wel heel vreemde
gebeurtenis. Het is nu tijd voor ACTIE!
Een straal van blauw licht schiet naar beneden. Het vindt Vlammetje die van
de grond afkomt, steeds hoger stijgt, tot boven de bomen, en daarna met
slaapzak en al, uit het zicht verdwijnt. Op weg, zou je menen, naar oneindige
vertes, ver buiten de atmosfeer, voorbij de ring van satellieten en verder,
steeds verder, alsmaaar hoger. Op weg naar de Maan wellicht? Toch, hoewel
op grote afstand van de aarde, zijn bestemming is toch iets dichter bij huis:
het ruimteschip van de buitenaardse wezens. Vraag niet hoe het hun lukt met
deze manier van vissen de mensen te vangen; het is een natuur-
wetenschappelijke verschijnsel die men bij ons nog niet tot een formule heeft
kunnen maken en in praktijk kon brengen. Het wachten is op een volgende
Albert Einstein. Tot die tijd, maak je hierom maar niet druk en accepteer het
ongeloofwaardige.
Vlammetje merkt niet echt veel van zijn hemelvaart. Ergens diep in zijn tenen
onderin, waar zoals Meneer Slim altijd zegt de vage gewaarwordingen zich
ophouden, daar is dan wel heel zwak het gevoel van he ik zweef, maar dat
was wel vaker met hem het geval. En daarbij, hoewel dat bij hem altijd