De eik en het riet


Een was eens een vijver waarin slanke rietstengels groeiden.
Naast die vijver stond een reusachtige eik. Wanneer de wind
over de vijver waaide bleef de grote eik trots rechtop staan,
met zijn honderden takken omhoog gericht naar de hemel.

Maar de Rietstengels bogen zich diep neer voor de wind en
maakten een treurig, klagend geluid. 

De Eik zei:

“Jullie hebben wel reden om te klagen. Bij het minste briesje dat over
het water strijkt moeten jullie je hoofd buigen, terwijl ik, de machtige
Eik, stevig rechtop blijf staan in de zwaarste stormen.”

De Rietstengels antwoordden: “Over ons moet U zich geen zorgen
maken. De wind doet ons geen kwaad. We buigen voor hem zodat we
niet breken. U, met al uw kracht en trots, hebt tot hiertoe stand
kunnen houden. Maar het einde nadert.”

Nadat de Rietstengels zo gesproken hadden trok er een geweldige
storm over het land. De Eik stond trots rechtop en vocht tegen de
storm, terwijl de Rietstengels diep neerbogen.

De wind verdubbelde in kracht en een verschrikkelijke windstoot
duwde de Eik opzij en trok zijn wortels uit de grond. De trotse Eik
viel dood neer tussen het levende Riet.

CONCLUSIE

Wie kan buigen barst niet.

Bookmark the permalink.

Comments are closed.