Het Getij


Eb En Vloed

Eb en vloed zoals dat gaat
met de natuur haar regelmaat

waar rondom en heen je ook kijkt
steeds en steeds weer blijkt
dat hoog en laag komen en gaan
is hoe de wereld door zal bestaan

alles draait om het getij
begint opnieuw of gaat voorbij

het tij ebt weg, het tij keert om
zonder reden gewoon daarom
ja hoog en laag komen en gaan
is hoe de wereld door zal bestaan


 

Elk onderdeeltje in de gehele oceaan, zelfs in de diepste delen van de diepzee, voelt de trekkracht, die teweeg gebracht wordt door de aantrekking van de zon en de maan. Natuurlijk is het met elk deeltje op het vasteland ook zo, maar dat kan niet reageren door te bewegen, zoals het water het doet. Eigenlijk oefenen de sterren een gelijke aantrekkingskracht uit, maar deze is zo zwak, dat zij geen praktisch resultaat heeft en wij kunnen ons veroorloven deze te verwaarlozen.

Het resultaat van de macht, uitgeoefend door de zon en de maan, zijn de getijden. De maan is verreweg de voornaamste factor, omdat, terwijl de kracht afgemeten wordt naar de omvang van het aantrekkende lichaam, het bekend is, dat deze aantrekkingskracht afneemt in verhouding tot het kwadraat van de afstand. Dus in weerwil van het feit, dat de zon zeven en twintig miljoen keren zo groot is als de maan, is toch de maan de voornaamste rol toebedeeld in de wisseling van eb en vloed, omdat hij zoveel dichter bij de Aarde staat dan de zon.

Ieder, die in de buurt van de zee gewoond heeft, heeft gemerkt, dat de tijd van hoogtij elke dag ongeveer vijftig minuten later is — hetgeen correspondeert met het opgaan van de maan. Ook wordt waargenomen, dat de hoogte van het hoogtij varieert met de maandelijkse kringloop van de maan, zodat twee keren per maand de hoogste van alle, het springtij genaamd, plaats vindt bij nieuwe maan en volkmaan.

Op dat ogenblik bevinden zich de zon, de maan en de aarde alle in één lijn, zodat de trekkracht van de zon wordt toegevoegd aan die van de maan door de gehele oceaan. Wanneer de maan in zijn eerste en derde kwartier is, vormen de drie lichamen de punten van een driehoek. Dan werkt de aantrekkingskracht van de zon tegen die van de maan, en de vloed van het tij is relatief lager. Deze getijden worden doodtij genoemd.

De plaatselijke geografische toestanden maken grote verschillen uit, niet alleen in de hoogte van het getij op welke plaats ook, maar evenzeer in de tijd. Omdat deze condities nooit geheel dezelfde zijn, zijn de getijden aan twee kusten ook nooit geheel dezelfde. Sommige contrasten zijn verrassend. Aan de Noordpool is natuurlijk in het geheel geen getij; en aan Kaap Columbia, waar Admiraal Peary zijn tocht naar de Pool begon, is het getij slechts tien centimeter.

Maar in de Baai van Fundy, tussen Nova Scotia (Nieuw Schotland) en New Brunswick in Canada, is de stijging in het Minas Bassin aan de kop van de Baai ruim 16 meter vanaf laag water — de hoogste in de wereld. De oorzaak hiervan is volkomen duidelijk. Ongeveer honderd miljard ton water stroomt twee keren per dag in en uit de baai.

Een ding, dat de complicaties helpt verklaren, waaraan de getijden zijn onderworpen is, dat het water verdeeld is over een groot aantal bekkens, waarvan de grenzen vastgesteld zijn door omringend land boven of onder de oppervlakte en de oneffen bodem van de oceaan. In elk bekken veranderen de invloeden van de aantrekkingskracht altijd, evenals de stromingen, welke in- en uitstromen, en de eb na elke voorafgaande vloed. Dit alles kan de meest verrassende effecten teweeg brengen.

Gedurende lange tijd waren de gedragingen van de getijden bij het eiland Tahiti een raadsel voor zeelieden en geleerden. Het is een feit, dat er merktekenen op het strand zijn, die iemand in staat stellen de tijd van de hoogte van het water af te lezen — en die tijd is dan vrij juist. Hoogwater is om twaalf uur ’s middags en twaalf uur ’s nachts, laagwater om zes uur in de ochtend en in de avond. Men zou denken, dat de maan Tahiti volkomen negeert en dat het water daar alleen de zon verkiest te volgen.

De verklaring is, dat het eiland in het centrum ligt van één van de bekkens, die ik noemde. Zoals in al deze bekkens wordt het water in trilling (oscillatie) gebracht door de trekkracht van de zon en de maan. Als u water in een schaal doet en zachtjes heen en weer beweegt, zult u merken, dat het water in het midden bijna op dezelfde hoogte blijft, terwijl het aan de kanten veel meer op en neer gaat. Het is als een wip, die om zijn as draait. Tahiti vormt zo’n as en daardoor wordt de kracht van de maan niet gevoeld. Alleen de zon werkt hier op het water, zodat de tijd van de getijden niet verandert, zoals elders met de vijftig minuten, die de kringloop van de maan elke dag afwijkt van die van de zon.

Als dit vreemd lijkt, wat zeggen we dan wel van plaatsen, die maar één getij per dag hebben? In plaats van twee! Dit gebeurt in Norton Sound, ten zuiden van het Seward Schiereiland in Alaska en in gedeelten van de Golf van Mexico.

Getijden zijn van het grootste belang bij de navigatie. In open zee worden eb en vloed natuurlijk niet gevoeld, maar het is iets anders wanneer een schip een haven nadert. De uitgestrekte hoeveelheid water, die door de maan in beweging gebracht wordt, kan door niets weerstaan worden, dat door de mens gemaakt is.

Wij hebben ons daaraan te onderwerpen en aangezien de getijden sterk zijn, dienen zelfs de grootste schepen te wachten op de gunstige tijd om een haven binnen- of uit te lopen. De grootste in de vaart zijnde schepen bijvoorbeeld varen van en naar New-York City en hoewel de haven daar is beschermd door de Narrows en de meeste pieren tamelijk ver de Hudson zijn ingebouwd, wachten de meest trotse zeekastelen op doodtij, zodat de getijstromen het schip niet recht op de pier zullen slingeren.

Zekere grote inhammen met nauwe ingangen hebben een zó hevige getij stroom, dat van navigeren eenvoudig geen sprake kan zijn, behalve bij doodtij. Duizenden luchtreizigers zien één van deze inhammen, namelijk de Soendre Stroemfjord op Groenland — daar is namelijk een landingsplaats op de luchtroute van de Verenigde Staten en Canada naar Europa. Voor hen ziet de inham er uit als een tamelijk gladde en vriendelijke fjord, maar buiten in de smalle ingang bevindt zich een eilandje, genaamd Simiutak, hetgeen in de Eskimo-taal kurk betekent. De inham is werkelijk net een grote fles, die zichzelf ledigt en vult en het eiland vormt de kurk, die de hals niet geheel afsluit.

Op het eiland staande heb ik het getij zien in- en uitstromen als een woedende rivier. Want de grote massa water in de fjord moet twee keer per dag uitgedreven en binnengehaald worden. In vroeger dagen konden de Eskimo’s in hun boten van huiden slechts twee keer per dag gedurende een half uur het water oversteken. Zelfs nu, in krachtige motorboten, moet men voorzichtig zijn, hoewel de boot in staat is het hoofd te bieden aan een stroom van acht of tien knopen.

Hetzelfde geschiedt in andere delen van de wereld en niet altijd in een fjord. Wanneer getij en wind samenwerken kan in menige nauwe doorgang erg moeilijk genavigeerd worden. De best bekende van de meest bevaren wateren is Pentland Firth tussen Schotland en de Orkney Eilanden. Hier is de stroming, die in en uit de Noordzee komt, zo gevaarlijk, dat zelfs tegenwoordig de kapiteins liever een langere omweg verder noordwaarts maken dan het hoofd te bieden aan omstandigheden, welke noordwestenwinden van enige kracht en ebtij kunnen scheppen.

De zware, brekende zeeën van de Swilkie, zoals de Schotten het noemen, dienen werkelijk vermeden te worden. Vele zeelieden hebben hun leven daar verloren en sinds de dagen van de Vikings wordt Pentland Firth gevreesd. Er wordt beweerd, dat er geesten rondwaren, die huilen en schreeuwen naar de zeelieden, die voorbijtrekken in donkere winternachten. Zelfs tegenwoordig, terwijl de zeestraat bijna even goed verlicht is als een boulevard in de stad en de machines krachtig stampen voelt iedereen zich op een modem schip toch meer op zijn gemak, wanneer Pentland Firth achter de rug is.

Zeilaanwijzingen, die onschatbare hulp voor de scheepvaart, staan vol met waarschuwingen omtrent de omstandigheden van het getijde en getij stromingen, welke de zeelieden bij ervaring hebben leren kennen. De „Alaska Pilot” (het boek, dat instructies geeft aan gezagvoerders in de wateren rondom Alaska) vertelt, dat de getijden de grootst denkbare gevaren scheppen bij de Aleoeten.

Ook in Alaska wordt de zogenaamde „bore” (hoge vloedgolf) gevonden, een zeer bijzonder getij-fenomeen. Hij wordt gevormd in een watermassa, genaamd Tumagain Arm in de Cook Golf. De Cook Golf heeft buitengewoon hoge vloeden, dikwijls meer dan tien meter boven laag water. Kapitein Cook voer de Turnagain Arm binnen bij hoogwater en zijn schip raakte vast — weliswaar niet hoog en droog — maar toch wel diep in de modder en hij kon er pas zes uren later weer vandaan komen!

Elke „bore” (van deze soort in elk geval) wordt veroorzaakt door zeer ongebruikelijke omstandigheden. De vloed komt niet binnen op een bescheiden wijze, zachtjes opkomend, zonder enige speciale beweging, maar in een enkele golf, die met een hoge voorkant voortrolt met een snelheid van 12 of 13 knopen.

De inham, waar hij binnenvloeit moet een ondiepe riviermond of fjord zijn met versperringen aan de ingang, die voldoende zijn om de stroom te vertragen. In samenwerking met wind uit de juiste hoek zal het getij sneller rijzen dan het over de hindernissen heen kan komen. Slechts wanneer het een gegeven hoogte bereikt, voldoende om de obstakels te overwinnen, breekt hij er over heen en komt binnenrollen in een golf, die zich steil en hoog verheft. De Alaska „bore” kan een kruin hebben van meer dan anderhalve meter, maar ik heb gehoord, dat op andere plaatsen de golf wel een hoogte van vier meter bereiken kan.

Bij Turnagain Arm, dat de enige plaats is, waar ik persoonlijk getuige geweest ben van het opkomen en naderen van een „bore”, kan men het horen als het lawaai van het beuken van de branding, ongeveer twintig minuten, voordat hij ergens de inham bereikt. Hij veroorzaakt niet al te veel schrik, als men er op voorbereid is, doch hij kan gevaarlijk zijn voor kleine vaartuigen, die op het strand getrokken zijn op een plaats, die gewoonlijk als veilig beschouwd wordt.

De geweldige kracht van de getijden heeft lange tijd mensen met een onderzoekende geest gefascineerd als een mogelijke bron van energie en men zou zich kunnen afvragen waarom al die kracht niet voor nuttige doeleinden gebruikt is. Welnu, op sommige plaatsen is dat natuurlijk gebeurd. Er zijn getijden-motoren in gebruik. Ik heb ze in Engeland gezien. Maar niet op die schaal, dat zij een stad verlichten of een hele fabriek doen draaien.

Er is een methode van vlotters, die op en neer kunnen glijden op een paal. Het binnenkomende getij dringt hen omhoog en bij eb gaan ze omlaag, kracht voortbrengend in beide richtingen. Een andere uitvinding is een tank met een opening, waarin het getij binnenstroomt en naar de ene kant een wiel ronddraait, wanneer het water er in komt en naar de andere kant als het er weer uitgaat. Gedurende een groot aantal jaren hebben ingenieurs het probleem bestudeerd hoe het zeer hoge getij van de Passamaquoddy Bay in Maine aangewend zou kunnen worden om in een behoefte aan electriciteit te voorzien.

Het is echter een feit, dat de Verenigde Staten er miljoenen dollars ingestoken hebben, om het voorbereidende werk te verrichten, maar het denkbeeld toch weer lieten varen — evenals enkele particuliere ondernemingen. Ingenieurs vertelden mij, dat de moeilijkheden niet in de eerste plaats schuilen om kracht te winnen uit het getij — zij weten hoe zij dit kunnen bewerkstelligen zonder al te grote kosten — maar dat de buizen en machinerieën in zout water voor hun onderhoud te grote sommen zouden vergen. Bovendien is de Passamaquoddy Bay zover verwijderd van elke grote verbruiker van electriciteit, dat de kosten van overbrenging het project oneconomisch zouden maken.

Toch is het in het geheel niet onwaarschijnlijk, dat men te eniger-tijd de getijden in het gareel zal krijgen en dan zullen zij nuttig worden voor de mens en tevens een probleem voor de zeevaarders blijven!




Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *