De herdersjongen en de wolf


Een Herdersjongen hoedde de schapen van zijn meester.
De schapen liepen op een wei naast een donker bos, niet
ver van het dorp.
Al gauw begon de Herdersjongen zich te

vervelen. Hij kon zich alleen maar amuseren door tegen
zijn hond te praten en liedjes te
spelen op zijn herdersfluit.

Op een dag zat hij neer in de wei en keek naar zijn schapen.

Hij vroeg zich af wat hij zou doen indien er uit het bos een
Wolf kwam en de
schapen aanviel. Zijn meester had hem
gezegd dat hij dan
om hulp moest roepen. De mensen uit het

dorp zouden dan naar de wei lopen en de Wolf wegjagen.

Het leek hem wel leuk om al die mensen te zien lopen.
En alhoewel er geen wolf te zien was riep hij heel hard:

“Wolf! Wolf!”

De mensen in het dorp hoorden hem roepen en liepen snel
naar de
wei. Maar toen ze daar aankwamen zagen ze hoe
de jongen zijn buik vast
hield van het lachen omdat hij ze
allemaal had gefopt.
Een paar dagen later riep de

Herdersjongen opnieuw:

“Wolf! Wolf!”

En weer kwamen de mensen aangelopen om hem te helpen.
Maar ook deze keer was er geen Wolf te zien en terug zat de
Herdersjongen te schudden van het lachen.

Op een avond, terwijl de zon wegzakte achter het bos en de
schaduwen langer werden, kwam er écht een Wolf uit het bos.
De Wolf keek naar de Schapen, koos er één uit en zette er zijn
tanden in. De jongen was nu heel bang en liep naar het dorp
en schreeuwde:

“Wolf! Wolf!”

Maar de mensen uit het dorp geloofden hem niet meer en
gingen
verder met hun eigen werk. Ze zeiden:

“We laten ons geen derde keer foppen.”

Ondertussen beet de Wolf veel schapen van de jongen dood
en sloop toen terug weg in het bos.

CONCLUSIE

Leugenaars worden niet meer geloofd,
ook wanneer ze de waarheid
spreken.

Tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.