Atlantis, is het waar?



Op een dag kwamen de goden bij mekaar om de aarde te verdelen. Poseidon (of Neptune zoals de Romeinen hem noemde) zwaaide met zijn drietand en schreeuwde: “ik wil het grote eiland ten westen van de middellandse zee”.

Hij had daar een mensvrouw gezien die hem wel beviel en wilde haar trouwen. Zo geschreeuwd, zo verkregen. Poseidon omringde het eiland met nog wat extra diepe zeeën zodat niemand het ooit zou vinden en leefde daar nog lang en gelukkig. Totdat het noodlot toesloeg en het eiland in de golven verdween.

Zo ongeveer gaat het verhaal en het staat je vrij het te geloven of niet. Het verhaal overleefde de Griek-Trojaanse oorlogen, reisde – om het maar even snel te vertellen – de hele geschiedenis van de mensheid af en werd uiteindelijk in 1800 zoveel weer eens door een d’een of andere professor Antieke Griekse Culturen uit de kast getrokken.

Die maakte er een dik, lijvig boek van compleet met mappen en flora-beschrijvingen en sindsdien heeft de mythe van het verzonken land Atlantis ons nooit meer verlaten. We zitten er mee opgezadeld lijkt het. Nog steeds varen er bootjes uit vol met duikapparatuur om nogmaals maar eens een plek in de oceaan te gaan verkennen of daar misschien nog resten van het geheimzinnige eiland te vinden zijn. Vaak zonder succes lijkt mij, want tot nog toe heb ik nog niet met mijn ochtendkrant of radio het grote nieuws gehoord dat – boeren, burgers, buitenlui, staakt uw navelstaren! – het eindelijk gevonden is – wis en waarachtig – Atlantis bestaat!

Nu is een Atlantis-expeditie nog steeds wel enigszins bijzonder – je weet maar nooit immers – maar toch niets meer dan slechts een onbelangrijk nieuws item in komkommertijd. Het idee blijft interessant maar slecht weinigen geloven nog dat er ooit iets gevonden gaat worden. Mochten er onverhoopt toch nog grootse archeologische vondsten in aanmerking komen voor een dikke vette krantenkop, ach dan is het nog vroeg genoeg om het beeld van onze werkelijkheid wat bij te stellen.

Trouwens, hoeveel zal er veranderen met Atlantis als feit toegevoegd aan de geschiedenisboekjes? Niet veel, lijkt mij. De vuilnisemmer zal nog steeds woensdagavond buiten gezet moeten worden. Bij misschien een andere gewaarwording van het volle maantje boven de daken, maar niettemin… nog steeds een sleur.

“Goh, heb je het al gehoord, Atlantis is gevonden…

Wat is gevonden?

Atlantis, je weet wel, het verzonken land, van ver voor onze geschiedenis.

Toen was ik nog niet geboren.

Nee, wie wel?

Ach het zou wat. Doe jij de vuilnisemmer. Ik ga naar bed.
‘t Is morgen weer vroeg dag…”

Maar goed, het houdt ons bezig en geeft een spannend en geheimzinnig vermaak; zie het maar als een soort van soap-serie met zo nu en dan weer een aflevering…

Atlantis is niet een eiland waar je even heen kunt reizen. Niet per vliegtuig door de lucht, niet per boot over de zee. Zoek er maar niet naar in een atlas. Het is verloren tijd. Het bestaat niet. Is niets meer dan een utopie ooit eens door d’ouwe Plato, de griekse denker die in marmer uitgehakt nu nog steeds er een zwaar hoofd in lijkt te hebben, als ideetje voor een ideale samenleving voor ons bedacht. leek nodig te zijn, zo’n paar duizend jaar geleden al…

Hoe dan ook, hij verbeelde zich dat er in een verderop gelegen verleden (voorbij de feiten ons bekend, daar waar jaartellingen niet meer gelden en de geschiedenis in nevelen gehuld gaat, zeg maar het Tijdperk van de Grote Mist) dat daar in het Vage Onbekende ooit eens schitterend eiland had bestaan. Het was zeker net zo groot als Azië en bevond zich voorbij de Zuilen van Hercules (of Herakles zoals de Grieken hem noemde). Slechts een week varen in westelijke richting vanaf Athene, Plato’s Griekenland. Het was zowaar zowaar nog mooier als de Tuin van Eden. Het Nirwana van de bhoedisten was daarbij vergeleken slechts een volkstuintje met wat peulvruchten.

Die fantastische schone tuinen die ik hier als voorbeeld aanhaal zijn nu nog steeds de mooiste plekken die een mens zich kan bedenken. Jammer dat we de toegang ontzegd zijn. Jammer – net zo – dat Atlantis maar fictie is. Maar je kan deze droomplekken wel als een lekkernij voor je neus hangen en er op jagen. Steeds verlangend er naar happen, maar nooit echt krijgen.

Dat lijkt de boodschap ervan te zijn. Zo houd je de mensen hoopvol dat er altijd een superieure wereld mogelijk is. Een andere theorie wil ons doen geloven dat er eens een ongekende catastrofe heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld: meteorieten zouden vanuit de ruimte op de Aarde zijn neergeregend en de Zondvloed hebben veroorzaakt. Atlantis zou hierbij door vloedgolven zijn verzwolgen. Overlevenden van deze ramp der rampen zouden bijvoorbeeld de Inca’s en Azteken zijn geweest en nog niet zo lang geleden opperde iemand het idee dat misschien de Portugezen ook wel eens al zwemmend en vlotje drijvend in Europa aan land zijn gegaan.

Maar wat was dat Atlantis dan? De beschaving op dit eiland zou, op z’n minst, niet onder hebben gedaan voor bijvoorbeeld die van Egypte. Sommigen menen zelfs dat ze superieur was aan alle samenlevingen die ons uit de oudheid bekend zijn. Hoger geciviliseerd en veel verder vooruit in technologie. Oppermachtig ook. En met plannen hun hegemonie verder uit te breiden over grote gebeiden van het huidige Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

De goden die daar later naam maakten – we noemen Zeus (later Jupiter bij de Romeinen) en Poseidon in Griekenland, Thoth van het land aan de Nijl en Wodan (ook wel Odin, Donar, Thor) bij de noorderlingen – zouden heel goed Atlantenaren geweest kunnen zijn. Maar dat blijft natuurlijk altijd maar gissen en het is dan ook niet aan te raden daar veel geloof aan te hechten; je zult als te wereldvreemd nergens meer op een verjaardag worden uitgenodigd.

En waar precies heeft het dan gelegen? Waarom heeft nog nooit iemand ooit iets gevonden dat het bestaan ervan kan bewijzen? Dit zijn inderdaad lastige vragen voor hen die in Atlantis meer willen zien dan een verzinsel. Nog steeds zie je zo nu en dan wel ergens een klein berichtje – 2 allinea’s hoogstens – van 1 of andere professionele schatzoeker die meent nu toch eindelijk het legendarische verdronken land gevonden te hebben. De ene keer is ergens in de buurt van Antartica maar dat wat dan weer ontkent door een andere schatzoeker die al jaren lang het eiland Bali rondvaart op zoek naar zijn Atlantis.

Om nog maar te zwijgen van historici die beweren dat het gewoon het eilandje Kreta is of Rhodos of weet ik veel welk eiland nog meer in de Middellandse Zee, mits in buurt van Griekenland natuurlijk, waar onze filosofisch vriendje Plato woonde.

En, naar ik mag aannemen, die zuilen van Hercules die hij in zijn Atlantis-verhaaltje aanhaalt, konden toch echt niet veel verder dan Gibraltar gestaan hebben. De wereld was toendertijd niet veel groter dan zeg 1 weekje varen vanaf Athene, veel langer en verder konden die roeibootjes natuurlijk niet reilen en zijlen lijkt mij; voorbij Gibraltar viel je waarschijnlijk met een waterval naar beneden van de aarde af. Mallorca, Ibiza, de Azoren, Cuba, ja zelfs de Britse Eilanden, deze plaatsen zijn allemaal wel eens genoemd in de zoektocht naar deze oudheidkundige beschaving op de bodem van de zee. Elke legende kan natuurlijk een kern van waarheid bevatten en om die reden ziet er het er naar uit dat dit speurwerk op de bodem van onze wereldzeeën voorlopig nog wel zal doorgaan.

Misschien moet ik ooit zelf eens het motorbootje nemen om op onderzoek uit te gaan; Pampus ligt nog geen 15 minuten dobberen bij mij vandaan. Wat zal ik daar wel niet vinden met schep, wiggelroe en een handleiding zee-archeologie voor dummies?

Hoe dan ook en wat de toekomst brenge moge, een goed verhaal heeft de mensheid nog nooit enig pijn gedaan (met de kwaadaardige uitzonderingen daargelaten natuurlijk), waar of niet waar, half-geloofwaardig dankzij een mythisch sausje, duimzuigerij, fabelachtige onzin, het doet er niet zoveel toe als het verhaal je kan inspireren om nog meer van deze kleurrijke fantasieën in jouw grijze hersencellen toe te laten.

Ik zeg doeg!

Updated: June 10, 2024 — 10:29 pm