Een hond, een schat en een gier


Een straathond, vel en been, een echte arme drommel,
vond eens een grote schat tussen wat oude rommel.
Tenminste, dat zei hij. Maar waar was dat hij vond
zijn rijkdom in een hof, waar hij de graven schond.

Wat hij er toen mee deed? Wel, al die gouddukaten
verborg hij in ’t riool van een der achterstraten.

En wie dus had gedacht, dat hij voor al die duiten
voedsel kopen zou… die kwam bedrogen uit.

Heel kort daarna dan ook, zo hebben wij vernomen,
is hij, ondanks zijn geld, van honger omgekomen.

Hij was een gierigaard; vandaar ook dat een gier neerdaalde
bij zijn lijk en aldus sprak:
‘Zie hier, hij die eens graven schond, wil niemand nu begraven.
Zijn gouddorst wordt gestraft.
Hij is een prooi der raven. Zijn wieg stond in een steeg.
Toch heeft hij ’t niet bestaan om,
met dat vele geld, te sterven in een laan.’

CONCLUSIE:

Zijn benen lang gewend een schraal karkas te dragen,
zij moeten zich niet aan ’t gewicht van weelde wagen.

Tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.