De reiger


Een Reiger liep kalmpjes langs de oever van een rivier.
Hij keek in het heldere water en hield zijn lange nek en
puntige bek klaar om iets te vangen voor zijn ontbijt.

In het water zaten vele kleine visjes, maar Meneer Reiger
was die ochtend nogal kieskeurig en zei:

“Geen klein grut voor mij. Zulke schrale kost is niet
geschikt voor een grote Reiger zoals ik.”

Toen zwom er een jonge Baars voorbij. “Nee,” zei de
Reiger “voor zoiets doe ik zelfs mijn bek niet open.”

Toen de zon hoger in de lucht klom verlieten de visjes
het ondiepe water naast de oever en zwommen ze naar
het midden van de rivier waar het water koeler was.

De Reiger zag geen vis meer zitten en moest zich voor
zijn ontbijt tevreden stellen met één klein slakje.

CONCLUSIE

Wie te kieskeurig is moet vaak
genoegen nemen met het
allerminste of met helemaal niets.

Tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.