De arend en de kraai


Een grote Arend vloog door de lucht. In een wei zag hij een lammetje staan.
Hij dook neer en greep het lam vast met zijn klauwen. Met zijn sterke
vleugels vloog hij ermee omhoog naar zijn nest in de hoge bergen.

Een Kraai zag dit gebeuren en kreeg het dwaze idee dat hij groot en sterk
genoeg was om te doen wat de Arend had gedaan. Hij deed zijn best om
er ook sterk uit te zien en stortte zich met veel geflapper van zijn vleugels
op de rug van een groot Schaap.

Maar toen hij terug omhoog wou vliegen voelde hij dat dit niet ging,
want zijn kleine poten zaten verstrikt in de wol van het schaap. De
Kraai was zo klein dat het Schaap niet eens merkte dat er een
vogel op haar rug zat.

De Schaapherder zag de flapperende kraai en raadde onmiddellijk wat
er gebeurd was. Hij liep naar de Kraai en knipte een paar veren weg
uit zijn vleugels. Diezelfde avond gaf hij de Kraai aan zijn kinderen.

“Wat een grappige vogel” zeiden ze lachend “hoe heet hij, Vader?”
“Wel kinderen, dit is een Kraai. Maar indien je aan hem zou vragen
hoe hij heet, dan zal hij zeggen dat hij een Arend is.”

CONCLUSIE

IJdele mensen overschatten vaak hun eigen kracht.

Tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.