Het schaap, de hond en de wolf


Een schaap, dat aan een hond een brood verschuldigd was,
(het had het eens geleend) kwam het maar niet van pas
dit terug te geven.Wat de hond verdroot ten leste.

De zaak kwam voor ’t gerecht. De rechter (’t was geen beste!)
liet
zelfs geen ogenblik het arme schaap aan ’t woord;
alleen de wolf
, die als getuige werd gehoord.

Zij leende,’ zei de wolf, ik zag ’t met eigen ogen,
niet 1
brood, maar wel tien! “Maar, heer,dat is gelogen!’
riep, ondanks het spreekverbod, het schaap verbitterd uit.

De hond keek stomverbaasd, maar hield heel wijs zijn snuit.
(
Kreeg ooit voor hem een hond zon overvloed geboden?)

Het vonnis werd geveld: het schaap verloor tien broden.
Toen de andere dag in het dorp het gerucht de ronde deed:

De wolf zit in een put!, zei ’t schaap, dat ’t haar niet speet.
‘ het i
s zijn verdiende loon. Hij heeft door al dat jokken
gezorgd dat ik mijn melk moeten drinken zonder brokken.

CONCLUSIE

De mens die overdrijft is een publiek gevaar:
hij spreekt
de waarheid en is toch een leugenaar.

Tagged , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.