De kauw en de pauwen


 

Een kauw (een torenkraai) was ’t in de kop geslagen.
Het dier wild’ als een pauw ook mooie kleren dragen.

Toen dus een pauw een veer als lomp had afgedankt,
droeg d’andre dag de kauw dit kledingstuk parmant.

De kraai verliet het nest, waarin hij was geboren,
en toog toen naar de tuin, waar enkel pauwen horen.

De laatste evenwel, geschokt door zulk misdrijf,
gingen de trotse kauw met klauw en snauw te lijf.

De kraai heeft, bont en blauw, de veer daar moeten laten
en keerde, zo ontdaan, terug in de torengaten.

CONCLUSIE:

Een elk, die zich verheft boven zijn eigen huis,
die komt, ’t zij vroeg of laat, van ’n kouwe kermis thuis.

Tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.