Geschiedenis Muziek

ontdekkingsreisje door de klassieke muziekgeschiedenis met informatie, videos,, flipboekjes & heel veel Spotify muziek

Blog

Ferme Jongens Stoere Knapen

NIET VAN VREEMDE SMETTEN VRIJ

Heb je van de Zilveren Vloot wel gehoord. Ferme jongens, stoere knapen. De kabels los, de zeilen op. Een scheepje in de haven landt, hojo! Rechtop van lijf, rechtop van ziel. Een karretje op een zandweg reed.

Zie de maan schijnt door de bomen – van een zoon van een Italiaans koopman te Amsterdam, de medicus-componist [tooltips content=”Joannes Josephus Viotta Amsterdam 14 januari was een Nederlandse arts en musicus, vooral bekend vanwege enkele door hem gecomponeerde volksliederen. Viotta was de zoon van een Italiaans koopman te Amsterdam. Hij was voor de geneeskunde bestemd, maar de muziek had zijn grote liefde. Als pianist en organist en ook zanger wist hij zich al vroeg te onderscheiden, zonder ooit regelmatig les te hebben gehad. Tijdens zijn studiejaren aan de Rijksuniversiteit Leiden trad hij in het plaatselijke muziekleven op de voorgrond, schreef enige orkeststukken en veel pianomuziek.”]Joannes Josephus Viotta[/tooltips] (1814-1859), die voor deze produktie in de medicus-dichter Dr. J. P. Heye (1809-1876) zijn man gevonden had. 

Langs berg en dal klinkt hoorngeschal, met vollen zuiv’ren toon – een vertaald lied van de Duitse componist Philipp Friedrich Silcher, die vooral voor zijn liederen bekend is. In Duitsland werd hij als stamvader van het populaire koorrepertoire gezien en als zogenoemde Kleinmeister aangeduid. Makkers komt! Het speeluur slaat, naar buiten heengesneld! – een bewerkt lied van de Duitser Franz Abt (1819-1885).

Honger is de beste saus! Draven slaven zwoegen zweten geeft den rechten trek tot eten; wie gewerkt heeft flink en goed, smaken rauwe bonen zoet – welke wijze woorden van J. P, Heye een ‘lustig’ lied ontlokte aan het brein van Johannes Josephus Herman Verhuist (1816-1891), de man met een uitgebreid, zwaar op Mendelssohn en Schumann leunend oeuvre van koor- en  orkestwerken, kamermuziek en liederen, de man ook die lange jaren als een soort dictator het Nederlandse muziekleven wist te ’behoeden’ voor een vooruitgang door kennismaking met het werk van Wagner en Liszt; zijn composities rusten sinds lang in vrede.

Gij leeuwrik en gij nachtegaal! Al zingt gij heel verscheiden, toch hou ik van u beiden – van Willem Frederik Gerard Nicolaï (1829-1896), die als componist tenonder ging aan zijn willoze overgave aan de banaalste uitwassen der ’Leipziger Schule’, maar die, eerst als leraar en daarna als directeur van de Koninklijke Muziekschool in Den Haag toch maar een deel van Neêrlands muzikale jeugd onder zijn hoede kreeg. (N.B. De tekst was weer van J. P. Heye en het lied werd ‘uitverkoren door de Commissie “Eenheid in de Volkszang’’, zoals in de bundel Kun je nog zingen, zing dan mee! dd. 1959 is vermeld . ..)

Voor Neerland een lied op krachtigen toon, voor ’t land dat ik liefheb, voor ’t land waar ik woon – van Johannes Meinardus Coenen (1825-1899), als dirigent van de Stadsschouwburg, van Felix Meritis, van het Paleis voor Volksvlijt en van de Schutterij een geziene figuur in Amsterdam; zijn tekstdichter was hier H. J. Woelders. Vaarwel mijn dierbaar Vaderland! Waar de blanke top der duinen. (Melodie ook gebruikt voor: Waar het wuivend loof der palmen van de kust den zeeman groet). In een blauwgeruite kiel draaide hij aan ’t grote wiel. De paden op, de lanen in (uit de kindercantate: In den Zomer uit). Daar loopt door ’t gehucht een wonder gerucht. Een man een Man, een woord een Woord!

 

Geschiedenis Muziek, Site by Moonpub NET, The Netherlands © 2021 Frontier Theme
Click to listen highlighted text!