De Italianen in de loop van twee eeuwen (± 1575 – ± 1775) eigenlijk zo’n beetje alles hebben ‘uitgevonden’ waarmee de latere muziek heeft kunnen blijven ‘werken’, bijvoorbeeld: het gregoriaans, de mis, de lauda, het madrigaal, de monodie, de fuga, het bel canto, de opera, het oratorium, de cantate, het conservatorium, de nieuwere muziektheorie, de muzikale termen, voorschriften en tekens, het concerto grosso en het solo-concert, de generale bas, de viool en haar familie, het clavecimbel, het castratendom, de sinfonia (later symfonie), de sonate voor toetseninstrumenten en de Albertijnse bas…
Italianen – hoeveel honderden figuren van betekenis zijn daaronder nog – na Vivaldi, Tartini, Bellini, Donizetti, Rossini – van het midden van de 19e eeuw af vrijwel allen scheppend onder invloed van het genie Verdi!! Zie het flipboekje voor de namen die in Verdi’s voetsporen traden…