Geschiedenis Muziek

ontdekkingsreisje door de klassieke muziekgeschiedenis met informatie, videos,, flipboekjes & heel veel Spotify muziek

Blog

Het patriottisme van Leos Janacek

Het eerste werk waarmee Leos Janacek internationaal bekend wordt is de opera Jenufa. Het stuk is gecomponeerd in de kracht van zijn leven (1894- 1903) en niet zijn eerste produktie op het gebied van muziektheater. Janacek had al twee opera’s gecomponeerd, ‘Sarka’ in 1887 en ‘Het begin van een romance’ in 1891. Zoals vaak voorkomt zijn voorafgaande werken dikwijls de aanleiding voor een onovertroffen produktie, in dit geval ‘Jenufa’.

Een ander werk dat zeer representatief is voor Janaceks muzikale denkwereld is de Symphoniëtta voor orkest, daterend uit 1926. Ook de Glagolitische Mis dateert uit dat jaar en heeft ook dat volstrekt eigene in componeertrant. Dat geldt eveneens voor de laatste werken die Janacek schreef, de opera ‘Aus einem Totenhaus’ en het Tweede Strijkkwartet Intime Briefe. Beide werken ontstonden in 1928, het jaar van Janaceks dood. Het zijn twee aangrijpende muzikale documenten waarin al hetgene opgesloten ligt dat Janacek als componist bewoog en waarin vooral de emotie van waaruit hij componeert indringende vormen aanneemt.

Ook uit de latere periode dateert het Vioolconcert (1916). Het werk werd in 1988 teruggevonden, in datzelfde jaar klonk de première in Brno. Het Vioolconcert is een hoogst origineel stuk, geschreven vanuit de voor Janacek zo karakteristieke compositorische eigenzinnigheid. Wanneer de musicoloog Helfert schrijft dat Janacek ‘hardhandig zijn muzikale gedachten realiseert’ voldoet het Vioolconcert op volmaakte wijze aan deze beschrijving.

De uiterst virtuoze ‘ondankbaar’ gecomponeerde vioolpartij bevat heel wat ‘ploeterwerk’. Een uiterst curieuze orkestbehandeling met wonderlijke minderstemmigheden in even wonderlijke klankmixturen maken dit eendelige Vioolconcert tot een bijzonder suggestief stuk. Compositorisch heel karakteristiek voor Janaceks schrijfwijze: geen motivische ontwikkeling, wonderlijke cadenzen in stampende en ostinate ritmes, kortom: ongepolijste kracht van granieten schoonheid.

De opera ‘Jenufa’ schrijft Janacek in de kracht van zijn leven.

Bijna tien jaar is de componist aan het werk bezig. Niet omdat het werk hem zwaar viel, integendeel: hij wil de ervaringen welke hij met de twee eerder geschreven opera’s opdeed in dit werk sublimeren.

‘Jenufa’ is de vrucht van de intensieve studie die Janacek rond 1880 van Moravische volksliederen maakte. Het werk is geheel gebouwd op nationale motieven en wortelt in land en volk.

Janacek gebruikt slechts een klein aantal Moravische volksliederen. Hij componeert daarentegen veel muzikale wendingen en melodie die uit Moravië konden stammen en zet deze in de juiste context. De melodieën in ‘Jenufa’ zijn diep in uitdrukking en bijzonder goed ‘doorvoeld’. Janacek betoont zich in ‘Jenufa’ een theatercomponist bij uitstek. Er zijn veel prachtige momenten in de muziek van ‘Jenufa’ aanwijsbaar, zoals het rekrutenkoor in het eerste bedrijf, het magnifieke ‘Ave Maria’, het inleidende voorspel van het tweede bedrijf en het Bruidskoor in het derde bedrijf.

Van bijzondere aard is het proza in Janaceks opera’s, het begrip ‘woordmelodie’ speelt daar een grote rol. Elke vertaling (en wie in Westeuropa is in staat het originele Tsjechisch te volgen) doet het effect van het taaleigene volkomen teniet.

De verbreiding van ‘Jenufa’ gaat voor Janacek frustrerend langzaam. Na de eerste uitvoering in Brno in 1904 duurt het tot 1916 eer ‘Jenufa’ Praag bereikt heeft. Pas in 1924 komt de eerste uitvoering buiten de landsgrenzen tot stand. Maar daarna breekt ‘Jenufa’ echt internationaal door en volgen veel opvoeringen: in 1923 Frankfurt, 1924 Berlijn en 1927 Antwerpen. De eerste opvoeringen in Nederland komen laat, in 1943 komt hier de première.

De op ‘Jenufa’ volgende opera’s hebben, ondanks hun goede bekendheid in de wereld, niet die mate van populariteit bereikt als die van ‘Jenufa’. Het zijn ‘Katja Kabanova’ en ‘Aus einem Totenhaus’, het laatste theaterwerk van Janacek. Dit werk is gebaseerd op de novelle van Dostojewsky, de lievelingsauteur van Janacek. De indrukwekkendheid van dit sombere en uitzichtloze werk, dat zich afspeelt in een concentratiekamp in Siberië, is adembenemend. De eerste uitvoering vindt in 1930 in Brno plaats, twee jaar na de dood van Janacek. Pas in 1954 komt in Nederland de eerste uitvoering. Overigens blijven musicologen bezig het werk van Janacek te zuiveren van bewerkingen.

Alle late werken van Leos Janacek zijn ontstaan vanuit een hevige, impulsieve gemoedsstemming. Janacek reageert op alle facetten in het leven heel hartstochtelijk, vooral wanneer het om zijn medemens gaat. Behalve in de opera’s kent ook de uit 1926 stammende Symphoniëtta dergelijke muzikale opwindingen. Allerlei herinneringen uit het leven van Janacek spelen in dit werk een rol, vooral die van de militaire concerten die hij als kind herhaaldelijk heeft bijgewoond. Ook patriottistische gevoelens liggen in de Symphoniëtta verankerd. Grootse fanfares, waartoe hij werd geïnspireerd door het bezoeken van een turnfeest, kondigen in het begin van het werk de nadering van de Republiek aan. Zeker niet in de laatste plaats is de Symphoniëtta Janaceks eerbetoon aan Brno: ‘mijn stad, waarover het licht van de vrijheid straalt, moet door dit werk verheerlijkt worden. Het Tsjechische volk moet in zijn geestkracht, vriendschap en schoonheid bezongen worden’.

Al deze gevoelens vinden op geniale wijze een uitdrukking in de Symphoniëtta, de frisse en onuitputtelijke zeggingskracht van de 72-jarige componist zijn bewonderenswaardig. In de vijf delen van de Symphoniëtta zijn nooit lege momenten, steeds weer overheerst de feestelijkheid. De gedenkwaardige première van de Symphoniëtta vindt plaats in Praag in 1926.

In datzelfde jaar schrijft Janacek zijn ‘Glagolitische Mis’, gebaseerd op een Oudslavische rite. Het barbaarse in dit werk is heel puur en spreekt van intense vreugde. Trouwens, het vocale werk van Janacek behoort tot zijn mooiste. Dat zijn bijvoorbeeld de ‘Volksliederen uit Hukvaldy’, de ‘Silezische Volksliederen’ en de ‘Kinderrijmen’ voor negen stemmen en kamerensemble.

In 1928 componeert Janacek zijn aangrijpende Tweede Strijkkwartet ‘Intime Briefe’, bedoeld als een grote liefdesuiting en als een hymne aan een ver vervlogen tijd: zijn jeugdjaren.

Leos Janacek was een sterk levend mens. Hij was geen componist die concessies deed om de gunst van het publiek te veroveren. Juist die puurheid en eerlijkheid in Janaceks muziek getuigen van zijn gedrevenheid en van zijn liefde voor zijn land en volk.

Voor Janacek een onuitputtelijke inspiratiebron.

Geschiedenis Muziek, Site by Moonpub NET, The Netherlands © 2021 Frontier Theme
Click to listen highlighted text!