JOHANNES ANDREAS (JOHNNY) HOES was een Nederlands zanger, producer en componist-tekstschrijver. Zijn plaat Och, was ik maar bij moeder thuis gebleven, vertaald van het origineel Venloose liedje ‘Och waas ik maar beej mooder thoès gebleve’ dat door Frans Boermans en Thuur Luxembourg werd geschreven, staat met 450.000 exemplaren te boek als de bestverkochte Nederlandstalige single aller tijden.
Johnny Hoes staat wel bekend als De koning van de smartlap en was de man achter duizenden meezingers, smartlappen, carnavalskrakers en levensliederen. Andere grote hits waren De smokkelaar, Dat is het einde en Wij willen frites met mayonaise.
Sinds de jaren 60 was hij actief in het Limburgse Weert met zijn eigen succesvolle opnamestudio en platenmaatschappij. Hij woonde sinds 1983 in het Belgische Knokke.
Hoes groeide op in Katendrecht als zoon van een Nederlandse zeeman. Zijn moeder was Belgische. Hij volgde de HBS en speelde covers met The Four Dutch Serenaders, waar ook de vader van Joke Bruijs deel van uitmaakte. Tijdens de meidagen 1940 leerde hij als gemobiliseerd sergeant zijn latere echtgenote kennen in Weert. Hij dook onder, en speelde na de bevrijding voor Amerikaanse militairen.
Hoes speelde eind jaren 40 in het voorprogramma van Bobbejaan Schoepen. Hij werkte tussen 1952 en 1963 bij Phonogram, maar vanaf 1964 produceerde hij voor zijn eigen platenmaatschappij Telstar. Johnny Hoes bracht behalve als solist (soms als Andy Field ) ook met anderen platen uit: De Twee Jantjes, Johnny & Caesarine, Johnny Hoes & Ria Roda, Johnny & Mary en Thomas Berge. Bekende artiesten als De Alpenzusjes, de Zangeres Zonder Naam, De Wilmari’s, Eddy Wally, de Heikrekels, Normaal, Doe Maar, the Classics, Henk Wijngaard en the Walkers werden door hem ontdekt en brachten platen uit onder zijn label. Daarnaast was hij de producent van de wereldhit De vogeltjesdans. Sinds 2003 hebben zijn zonen Adri-Jan Hoes en Johnny Hoes junior de leiding over Telstar.
In de jaren zestig en zeventig bracht Hoes een radioprogramma bij de KRO en voor de VARA een eigen televisieshow onder de naam Met een lach en een traan. Hij bleef tot op zeer hoge leeftijd actief; in januari 2011 nam hij zijn laatste plaat op, het lied How do you do in een duet met Stef Ekkel.
In juli 2011 kreeg Hoes een ernstig hartinfarct, waarna hij werd opgenomen in het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. Na een dotterbehandeling werd hij op 22 juli 2011 overgebracht naar het St. Jans Gasthuis in Weert, waar hij een dag later op 94-jarige leeftijd overleed. Honderden mensen brachten hem een laatste groet in de Telstar studio’s in Weert. In Heeze is hij gecremeerd.
Och Was Ik Maar | 1961 | ||||
(In het café van) Blonde Greetje | 1961 | ||||
Sneeuwwitte boezem | 1961 | ||||
Daar mag je alleen maar naar kijken | 1962 | ||||
Vader waar is moeder gebleven | 1962 | ||||
Ik geef ‘n dikke | 1962 | ||||
Bleib’ heute abend bie mir / Blijf toch vanavond bij mij | 1962 | ||||
Oh la la Louise | 1962 | ||||
Hoempa, hoempa | 1964 | ||||
De voddenraper van Parijs | 1965 | ||||
Dat is ‘t einde | 1965 | ||||
Feyenoord polonaise | 1965 | ||||
Ard en Keessie | 1966 | ||||
Waar we heengaan… Jelle zal wel zien | 1967 | ||||
En we drinken tot we zinken | 1969 | ||||
Mijn Mollie | 1970 | ||||
Maar bij mijn moeder thuis | 1973 | ||||
Friet met mayonaise | 1974 | ||||
Bier bier bier | 1978 | ||||
Jantjes gitaar | 2005 | ||||
De smokkelaar | 2009 | – |
De dertigste mei | 1955 | ||||
Rik Van Looy | 1958 | ||||
Och was ik maar bij moeder thuis gebleven | 1961 | ||||
Daar mag je alleen maar naar kijken! | 1962 | ||||
Vader, waar is moeder gebleven | 1962 | ||||
En we drinken tot we zinken! | 1969 |
- In het Neroalbum Het Lodderhoofd (1960) loopt Madam Pheip Meneer Pheip weer tegen het lijf nadat hij haar enkele pagina’s eerder alleen aan het vliegveld achterliet. Ze neemt meteen wraak en dwingt hem met haar mee te gaan. Meneer Pheip begint spontaan “Och, was ik maar bij moeder thuisgebleven…” te zingen (strook 123). Het lied stond, toen het verhaal in de krant liep, in de hitlijsten.
- Zijn hit Och, was ik maar bij moeder thuisgebleven, was oorspronkelijk een liedje in het Venloos dialect, Och waas ik maar beej mooder thoës gebleve, geschreven door Frans Boermans en Thuur Luxembourg.[6]
- De single Jelle zal wel zien uit 1967 is een bewerking door Wim Kan van Yellow submarine (1966) van The Beatles. De Jelle van Wim Kan was Jelle Zijlstra, bij Johnny Hoes was hij een buschauffeur.