Tussen Minden en Münden ligt sinds onheugelijke tijden de stad Hameln op een dalweide aan de Weser, omgeven door hoge heuvels en lage bergen. Dicht bij haar Oostpoort staat een stenen huis met een fraai versierde gevel uit het jaar 1603. Het heet ’Rattenfangerhaus’ en draagt aan de zijde die aan de Bungelose-strasse (d.i. Tromloze straat) grenst, een inscriptie welke herinnert aan de ‘uittocht der Hamelnse kinderen’. De naam van dat naar de Oosterstraat voerende steegje vertelt van het eeuwenoude gebruik dat er de muziek van pijpers en trommen bij optochten het zwijgen oplegt, ter herdenking van de droeve gebeurtenis in het jaar 1284!
FLUITEND RATTEN VANGEN
De gebroeders Jacob en Wilhelm Grimm (1785-1863 en 1786-1859) hebben aan de bekendste middeleeuwse Duitse legende op fraaie wijze definitief gestalte gegeven. Maar daarvóór heeft zij in vele varianten bestaan. De kern van het verhaal luidt: De oude stad met haar talrijke watermolens leed ondragelijk onder een rattenplaag. Toen kwam er een geheimzinnige vreemdeling die aanbood alle ondieren te verdelgen tegen een bepaalde beloning. Prachtig op zijn fluit spelend trok hij door de straten en steeds meer ratten kwamen achter hem aan, gehypnotiseerd door de fraaie klanken. Door de Bungelosestrasse, de Oosterstraat en de Oostpoort verdwenen zij uit de stad. De ratten verdronken alle in de Weser en de fluitspelende tovenaar kwam om zijn verdiende loon. Maar de burgerij en de Raad van de stad hielden zich niet aan hun woord: zij weigerden uitbetaling van de af gesproken som. De rattenvanger van Hameln zwoer dat hij wraak zou nemen!
Op 26 juni van het jaar 1284 verscheen hij opnieuw in de stad en ontvoerde met zijn magisch fluitspel 130 kleine kinderen. Zij werden naar de Calvarieberg gelokt en verdwenen daarna spoorloos . .. Het bedrog was gestraft; vele vaders en moeders waren in rouw gedompeld.
De historici hebben de mooie symbolische sproke niet willen geloven en de toverkracht van fluitspel niet willen erkennen (hoewel zij sinds Orpheus had bestaan). Zij zochten net zo lang naar een ‘logische’ en wezenlijke oorsprong van de sage tot zij hem vonden: In het vierde kwart van de 13e eeuw heeft de bisschop van Olmütz, Bruno von Schaumburg, op verzoek van de Boheemse koning Ottokar, Duitsers laten ronselen om de ontvolkte provincie Oost-Moravië van kolonisten te voorzien!
Zo werd de fluitende Rattenvanger van Hameln een schalmei spelende militaire ronselaar; zo veranderden de Hamelnse kleine kinderen in ’Stadtkinder’, d.w.z. jonge mannen en vrouwen, die gedwongen werden elders hun bestaan op te bouwen; zo is de rattenplaag ongedaan gemaakt en de magie van de muziek ontluisterd ! Dat deed de geschiedkundige Wann uit Sudetenland, die in Moravië en in de buurt van Hameln dezelfde familienamen vond.
DE ZONDAREN TEN VOORBEELD
Het verhaal ging dat jaren tevoren in het Umbrische stadje Todi een tribune was ingestort waarbij de jonge vrouw van de advocaat Giacomo Benedetti de dood vond. De echtgenoot kwam een verstandsverbijstering nabij. Maar daarna werd de geest vaardig over hem: de atheïst bekeerde zich tot gelovig Franciscaan en een rijke dichtader begon in hem te vloeien. Hij kreeg de naam Jacopone da Todi, zwierf van stad tot stad, van dorp naar dorp, zong en declameerde zijn verzen, biechtte vurig zijn zonden in het openbaar, moraliseerde, preekte, leefde een strijdbaar leven vol ontberingen in dienst van God, werd een lichtend voorbeeld voor alle zondaren van het Italië van de 13e eeuw.
Zijn laude en liederen, zijn verzen en satiren werden beroemd en veel gelezen en gezongen. Men schreef hem allengs meer toe dan hij ooit kon hebben gedicht. Ook het Stabat Mater stond lange tijd op zijn naam, doch het is nu wel zeker dat het niet van zijn hand is. Da Todi’s werken zijn ondenkbaar zonder muziek, maar welke melodieën zijn door hem gemaakt, welke door anderen aan zijn rijmen toegevoegd? Men weet het niet. Zeker is dat hij een grote invloed op de mensen heeft gehad, zowel binnen zijn orde als daarbuiten. Zonder zijn geestelijke volkszangen is de latere ontwikkeling der lauden en van deze tot het ‘oratorium’ niet mogelijk geweest.