THIS BLESSED SPOT .. . THIS ENGLAND
Het is eigenlijk merkwaardig dat men een grote periode van Engelands muziekgeschiedenis in publicaties altijd opvallend gelijkschakelt met het ’Elizabethiaanse tijdperk’, d.w.z. met de regeringsperiode van Elizabeth I Tudor, 1558-1603.
En het is nóg merkwaardiger dat men deze periode die der ’virginalisten’ noemt, de belangrijke componisten met nadruk van een etiket voorziend, naar een gebied waarin zij wel opmerkelijke en amusante, maar niet hun voornaamste werken maakten.
Virginalisten? Schreven de meeste van hen dan geen waardevolle kerkmuziek (oude en nieuwe stijl), prachtige madrigalen (naar Italiaanse trant), kostelijke liederen (ook op Shakespeare- teksten) en vroege, schoonklinkende instrumentale ‘kamermuziek’?
Welbeschouwd een, ook historisch gesproken, rijker oeuvre dan de gezamenlijke stukken en stukjes voor virginaal en spinet? Op zijn minst de periode der madrigalist,en virginalisten zou men de tijd van ca. 1560 tot ca. 1630 in de Engelse muziekgeschiedenis moeten noemen!