John Bull (1563-1628) begon als koorknaap in de Royal Chapel en was daarna achtereenvolgens organist aan de Dom van Here- ford, zanger en organist van de Koninklijke kapel, muziekprofes- sor aan het Gresham College te Londen, musicus in dienst van de muzikale prins Henry, van aartshertog Albrecht te Brussel en organist aan de kathedraal van Antwerpen.
Zijn roem als orgel- en virginaal-bespeler was wijd verbreid en weerspiegelde zich in de vaak grote vingervaardigheid vragende 150 stukken voor vir- ginaal en/of orgel die hij heeft geschreven. Daaronder zijn vooral bekend geworden de titels: The Spanish Paven, de Queen Elizabeth’s Pavan and Galliard en The King’s Hunting Jigg (voor Jacobus I !).
Als ‘Baccalaureus Musicus’ van Oxford, doctor in de muziek van Cambridge en organist van de Royal Chapel moest hij op een gegeven moment aan koningin Elizabeth een ondersteuning van 30 pond ’s jaars vragen ’to relieve his great poverty which altogether hinders his studies’ … hij kreeg echter maar 16 pond! Zijn intree-rede als professor aan Gresham College hield hij, tot grote ergernis van de bestuurd eren, in het Engels, hoewel het Latijn was voorgeschreven en hij die taal heel goed machtig was.
Vijf jaar daarna, in 1601, reisde Bull naar het vasteland, zogenaamd om gezondheidsredenen, doch er werd al spoedig gefluisterd dat hij dit deed als lid van Elizabeth’s geheime dienst. Bij de dood van zijn hoge beschermster was hij een der weinige musici welke officiële rouwkleding kregen. Zijn salaris bedroeg in dat jaar 40 pond per jaar.
In 1607 nam hij ontslag als professor om te kunnen trouwen met de dochter van een aanzienlijk Londens burger – het professorschap werd met het huwelijk onverenigbaar geacht! – en vijf jaar later stond hij in de staatsstukken genoemd als ‘Doctor of Musicke to the King’. In het volgende jaar 1613 echter reisde hij hals over kop naar Zuid-Nederland en keerde nimmermeer naar Engeland terug. Men vroeg zich in die tijd af waarom: was hij bang geworden voor religieuze vervolgingen, had Jacobus I hem soms slecht behandeld, of moest hij het veld ruimen vanwege een aantal zware civielrechtelijke overtredingen die hij had begaan? Niemand is dat ooit precies te weten gekomen.
In het land dat de geniale Shakespeare eens heeft verleid tot de bewonderende zucht: ’This blessed spot, this earth, this realm, this England’, heeft men na de illustere rij Tallis-Morley-Farnaby- Byrd-Gibbons-Dowland-Bull een kleine halve eeuw moeten wachten op een mééster, Henry Purcell! (1659-1695), die het aanzien der Britse natie op muzikaal gebied opnieuw sterk verhoogde en dat in een Mozartiaans kort leven.