Geschiedenis Muziek

ontdekkingsreisje door de klassieke muziekgeschiedenis met informatie, videos,, flipboekjes & heel veel Spotify muziek

Blog

The Art of the Violin

The Art of The Violin | Stradivarius and Me

Ik zal tezijnertijd meer informatie over de viool hier aan toevoegen. De viool is het onderwerp in enkele fantastische films die je zeker moet gaan zien als de viool jouw interesse heeft:

The Red Violin

The Devil’s Violinistvoor- en zijaanzicht


De Viool het hoogste strijkinstrument van het moderne orkest, dat tevens in de kamermuziek grote beteekenis heeft. Het corpus bestaat uit een gewelfd voor- en achterblad, verbonden door den ‘rand’ met ronde schouders; ongeveer in het midden is het instrument smaller, zodat de strijkstok voldoende ruimte heeft bij het bespelen van de hoogste en de laagste snaar.

Aan dit corpus is de hals bevestigd, die eindigt in de krul. De snaren worden gespannen tussen het staartstuk, onder aan het corpus, en de schroeven, die in de krul geklemd zijn; zij loopen over een flauw gebogen kam. De stemming is: g, d1, a1, e2, Men bespeelt het instrument door de snaren met de vingers van de linkerhand stevig op den toets (het zwarte deel van de hals) neer te drukken en ze met een strijkstok in trilling te brengen, die aan de rechterhand is toevertrouwd, of door de snaren met de vingers van de rechterhand te tokkelen (pizzicato); pizzicato met de vingers van de linkerhand, waarvan enkele dan tevens de snaren moeten afknijpen, komt zelden voor (Tzigane van Ravel).

In het orkest van symphonie en opera zijn de violen verdeeld in twee partijen; eerste en tweede violen. De eerste violen hebben vooral een melodische functie. Wij verwijzen alleen naar een enkele passage, waarbij de eerste violen begeleidend optreden: tremolo in de inleiding van Wagner’s Walküre, gebroken akkoorden in het Trio van den treurmarsch uit Beethoven’s Eroica. De hoogte van de violen leent zich voor visionnaire effecten: het begin van het voorspel Lohengrin (divisi); de laagte voor rouw: het begin van den treurmars uit Beethoven’s Eroica.

Van de talloze mogelijkheden noemen wij slechts enkele uitersten: het vogeltje in ‘Petit Poucet’ uit Ravel’s ‘Ma mère l’Oye’, ezel en kippen in ‘Le carnaval des animaux’ van Saint-Saëns en ‘Des Helden Gefährtin’ uit Strauss’ ‘Ein Heldenleben’. De gevaarlijken sordino (demper), meestal een goedkoope rouwdrager, heeft Debussy in ‘Ibéria‘ als Nocturnetimbre bij uitnemendheid aangewend; in hetzelfde werk hoort men het pizzicato als gestyleerden gitaarklank. Een meesterlijk gebruik van het flageolet geven de inzetten van Mähler’s eerste symphonie (‘Wie ein Naturlaut’) en van het feërieke Scherzo uit Berlioz’ ‘Roméo et Juliette’. Een zeer apart effect bereikte Mahler in het tweede deel van zijn vierde symphonie, door de stemming van de soloviool te veranderen (alle snaren een toon hoger dan normaal), zodat het instrument ‘wie eine Fiedel’ klinkt.




Geschiedenis Muziek, Site by Moonpub NET, The Netherlands © 2021 Frontier Theme
Click to listen highlighted text!