Joop Stokkermans laat een oeuvre na van musicals, muziek, kinderliedjes en tv herkenningstunes. Zijn betekenis laat zich nog het beste kenschetsen met de vele bekende titels die hij op zijn naam als componist heeft staan.
Johannes Andreas Stokkernans word op 20 februari 1937 geboren. In de jaren vijftig studeerde hij compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Na zijn examen ging hij naar Parijs, waar hij in de leer ging bij de Franse meesterpianist Casadesus. Algemeen erkend as een groot talent ontving hij in 1960 de d’Excellence, destijds de hoogste onderscheiding in ons land!
Zijn klassieke werk ging hem goed af maar ook de lichte muziek en muziek in opdracht maken waren disciplines waarin hij excelleerde. In 1962 schreef hij de muziek voor het lied Katinka, de Nederlandse inzending naar het Eurovisie Songfestival. Het liedje eindigde onderaan met nul punten, maar zou wel uitgroeien tot een klassieker.
In 1970 scoorde D.C. Lewis een nummer 1-hit met Mijn Gebed, van de hand van Gerrit den Braber (tekst) en Stokkermans (muziek. Het markeerde het begin van een zeer succesvolle periode. De televisiemusical Kunt U Mij de Weg naar Hamelen Vertellen geschreven samen met tekstdichter Harrie Geelen, werd een groot succes.
Vanaf 1973 schreef hij de muziek bij de theatershows van Jasperina de Jong. De eerste leverde meteen al een klassieker op: Dobbe Dobbe Dobbe, volgens collega- componisten was dit de hogeschool van het liedjes schrijven. Om trouw te kunnen blijven aan de tekst van Guus Vleugel goochelde hij met maatsoorten, maar haast zonder dat je het door hebt. Die virtuositeit was kenmerkend voor Joop Stokkermans als componist: dienstbaar aan de tekst, bijna onzichtbaar maar dessalniettemin enorm aanwezig.
In de jaren daarna schreef hij de herkenningsmelodieën van veel radio- en televisieprogramma’s. Die van Ti Ta Tovenaar, Peppi en Kokki, Barbapapa, en Q & Q zingen vele generaties nu nog steeds moeiteloos mee. Ook zijn commerciële werk klinkt nog bekend in de oren, zoals ‘Altijd Weer een Gezellis Moment’ (Douwe Egberts) en ‘Poets je tanden sterk met Prodent ‘ In die periode maakte hij ook diverse soloplaten met klassiek werk en was hij als televisiemaker bij de AVRO verantwoordelijk voor Jonge Mensen Op Weg naar het Concertpodium en het Prinsengrachtconcert. Achter de schermen was hij actief als bestuurslid van stichting Conamus, dat later Buma Cultuur zou worden.
In 2002 componeerde Joop Stokkermans voor het huwelijk voor prins Willem-Alexander en prinses maxima de oranje Rhapsodie. Hoewel hij inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt bleef hij gewoon doorgaan. Met succes, de drie Nijntjes-musicals op teksten van Ivo de Wijs trokken volle zalen. Tot aan zijn dood zou hij blijven schrijven. “Het is wat ik het liefste doe. Ik pieker nog iedere dag”.
Voor zijn werk werd hij vele malen onderscheiden: hij was ridder van oranje Nassau, kreeg ene Edison voor oebele, en de Louis Davids Prijs voor Dobbe Dobbe Dobbe. In 1974 kreeg hij voor zijn oeuvre een Buma Gouden Harp.