De (post)minimalist Adams werd geboren in Worcester, Massa- chusetts en leerde al jong te spelen op de klarinet van zijn vader, die evenals zijn moeder een jazzmusicus was. Op zijn tiende begon hij met componeren en hij hoorde op zijn dertiende voor het eerst een uitvoering van zijn werk.
Na te zijn afgestudeerd op de Concord High School in New Hampshire schreef hij zich op zijn achttiende in bij de Harvard University om compositie te studeren en behaalde daar twee graden. Daarna werkte hij in de studio voor elektronische muziek van het San Francisco Conservatory of Music, waar hij zijn eigen analoge synthesizer bouwde. Over de door hem weinig gewaardeerde opleiding in het twaalftoonssysteem schreef hij dat ‘de klas een mausoleum was waar ze maar toonseries in het werk van Webern zaten te tellen’. Veel meer waardering had Adams voor het werk van Cage dat bij hem, na het lezen van diens boek Silence, ‘als een tijdbom naar binnen viel’.
In 1981 componeerde Adams zijn eerste belangrijke werk, Harmonium for Large Orchestra and Chorus, waarmee zijn naam in de Amerikaanse muziekgeschiedenis was gevestigd. Een paar j aar later leed hij aan een tijdelijke inzinking die hij, na het lezen van Schönbergs Harmonielehre en een droom die hij had over een vliegende olietanker in de Baai van San Francisco, met het componeren van het stuk Harmonielehre wist te bezweren.
Zijn volgende belangrijke compositie was de opera Nixon in China, waarin hij inderdaad het bezoek van Richard Nixon en Henry Kissinger aan Mao Zedong en diens vrouw Jiang Qing behandelt. Een kleine keuze uit zijn verdere oeuvre bevat The Wound-Dresser – op de tekst van Walt Whitmans gedicht over zijn bezoek aan soldaten die tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog gewond waren geraakt de opera The Death of Klinghoffer – over de moord op een lichamelijk gehandicapte, gepensioneerde jood door Palestijnse terroristen tijdens de kaping van het Italiaanse cruiseschip Achille Lauro, door de dochters van het slachtoffer en verschillende critici ‘antisemitisch’ genoemd My Father Knew Charles Ives — een hommage aan de componist die hem zeer heeft beïnvloed (evenals Copland en Riley trouwens) —; On the Transmigration of Souls — ter herinnering aan 9/11 en de opera Doctor Atomic – over het Manhattanproject onder leiding van J.
Robert Oppenheimer, bij wie, als hij de eerste proefexplosie van de atoombom ziet, de regels uit de Bhagavad Gita door het hoofd schieten: ‘Ik ben de dood die alles rooft/In het essay ‘The Swirl of Atoms’ schrijft Adams over zijn worsteling met het idee hoe de proefexplosie ‘Trinity’ in de muziek en op het toneel zou moeten worden weergegeven, omdat met wat tromgeroffel en paukenslagen begeleide lichtflitsen alleen maar op de lachspieren van het publiek zouden werken, gewend als het is aan de overdonderende effecten die een filmregisseur tot zijn beschikking heeft.
Adams’ oplossing is zonder meer geniaal te noemen: na het aftellen valt er eerst een doodse stilte waarin de hele cast op het podium in totale verbijstering de zaal in staart. Dan klinkt er uit de verte de stem van een Japanse vrouw die steeds dezelfde zinnen herhaalt die, zoals uit de verslagen blijkt, ook werkelijk geklonken moeten hebben toen de bom op Hiroshima was gevallen: ‘Ik kan mijn man niet vinden, ‘Tanimoto, help ons alsjeblieft’ en ‘Mag ik alsjeblieft wat water?’
Bij de première van de opera had Adams een aantal kernfysici uitgenodigd die moesten controleren of hij in het libretto geen cruciale fouten had gemaakt, maar toen hij daar na afloop zenuwachtig naar informeerde had geen van de geleerden naar de tekst geluisterd omdat ze geheel waren opgegaan in de muziek.