Geschiedenis Muziek

ontdekkingsreisje door de klassieke muziekgeschiedenis met informatie, videos,, flipboekjes & heel veel Spotify muziek

Blog

Anton Webern (1883 – 1945)

ANTON (VON) WEBERN (1883-1945), onder het sterrenbeeld van de Boogschutter geboren als zoon van een hoge Oostenrijkse ambtenaar, doctor in de muziek­wetenschap van de Universiteit van Wenen (1906), compositieleerling van Schoenberg (1904-’08), heeft eens gezegd: ‘Consonant en disso­nant onderscheiden zich in wezen niet; er bestaat dus geen werkelijk, maar slechts een gradueel verschil tussen deze beide.’

Hij heeft in totaal 31 gedrukte opusnummers nagelaten, die inclusief het Piano­kwartet van 1906 (dat de auteur later heeft teruggenomen) gezamen­lijk niet langer dan 3% uur duren. Daarvan zijn na Bergs dood (z.b.) nog gecomponeerd: Variationen fiir Klavier op. 27 (1936), het enige pianowerk, dat hij schreef en waarin zo’n beetje alle kunstig- en gekunsteldheden van zijn twaalftoonstechniek voorkomen; Strijk­kwartet op. 28 (1938) met een reeks, die de naam Bach en zijn om­kering (getransponeerd) vereeuwigt; I. Kantate op. 29 (Hildegard Jone; 1939); Variationen fiir Orchester op. 30 (1940), die 6 minuten duren, waaraan Webern een jaar heeft gewerkt en II. Kantate op. 31 (Hildegard Jone; 1941/’43). Onder die 31 opera zijn 17 vocale composities.

Webern heeft in zijn oeuvre, toegevend aan zijn ascetisch-lyrische aanleg, Schoenbergs ‘vindingen’ naar hun uiterste consequenties ge­voerd, toegepast in een hoogst persoonlijke ‘muziek’, waarvan ver­innerlijkte soberheid en toegespitste expressie de hoofdkenmerken zijn. Hierbij blijken melodie, samenklank, klankkleur en tijdsindeling tot hun kleinste kernen te zijn herleid: zowel het met de oren als met de ogen waarneembare beeld van deze muziek komt angstig dicht bij het absurde-muzikale-niets, de absolute stilstand en stilte .. . Hoe Webern te werk ging in zijn reeksen-toepassing moge uit twee citaten blijken:

Het onderwerp der Variationen fiir Klavier op. 27 (1936) vertoont gelijktijdige kreeftegang, kruising der reeks en kreeftegang der twee helften van het complex …

En over de Variationen für Orchester op. 30 (1940) schreef hij in mei 1941 aan W. Reich, zijn biograaf:

‘Alles nu, wat in dit stuk voorkomt, berust op de beide gedachten’ (motiefjes), ‘die in de eerste en de tweede maat aan contrabas en hobo zijn gegeven’. Maar het wordt eenvoudiger, want het tweede figuurtje (hobo) is op zichzelf al een omkering: de tweede twee tonen zijn de kreeft van de eerste twee, ritmisch echter in verdubbelde notenwaarden. Op hen volgt, in de trombone, reeds weer het eerste figuurtje (contrabas), maar in gehalveerde notenwaarden! En in de kreeftegang van de motieven en de intervallen. Zo is namelijk mijn reeks gebouwd, die met deze driemaal vier tonen is gegeven.’

En dat voor een man die promoveerde op de Choralis Constantinus II van Heinrich Isaac (1450-/577) en wiens afgod Mahler is geweest; een verdienstelijk dirigent, die aan theaters van Bad Ischl, Wenen, Teplitz, Danzig, Stettin en Praag werkte (tussen 1908 en 1920), de Arbeiders-symfonieconcerten in Wenen leidde (van 1922-1934), vaste dirigent en ‘lector’ van de Oostenrijkse radio werd (na 1927), maar ook succesvolle gastdirecties in het buitenland vervulde, van tuinie­ren en bergwandelingen hield, muziekprijzen van de stad Wenen ont­ving en tot erelid van de Composers Guild in New York werd be­noemd. In 1935 trok hij zich terug voor het opdringend nationaal-socialisme om in zijn huis te Mödling bij Wenen privé-compositie-lessen te geven en zich aan het componeren te wijden. In de liefde­rijke schoot van zijn gezin, vrouw, drie dochters en een zoon.

Hier vond hij de rust tot het lezen van zijn favoriete auteurs, w.o. Goethe. Diens ’Farbenlehre’ was het enige boek, dat hij mee kon nemen, toen hij rond Pasen 1945 met zijn familie moest vluchten voor de bomaan­vallen op Wenen en omgeving naar een huisje in Mittersill bij Salzburg. De hartstochtelijke sigarenroker, die de laatste tijd niet anders dan sigaretten op de bon had kunnen krijgen, werd daar door een ïn de buurt wonende schoonzoon verrast met de mededeling dat deze een sigaar voor hem te pakken had kunnen krijgen; deze éne sigaar werd hem noodlottig.

Op de avond van 15 september, vredig voor het huisje van zijn schoonzoon staande, genoot hij intens van de sigaar; een soldaat van een Amerikaanse controle-patrouille zag opeens het lichtend puntje en schoot pardoes driemaal in de richting daarvan. Webern werd in borst en buik getroffen, kroop nog naar binnen en stierf na enkele ogenblikken …

Geschiedenis Muziek, Site by Moonpub NET, The Netherlands © 2021 Frontier Theme
Click to listen highlighted text!