Notke de Stoterraar (ook Balbulus of van Sankt-Gallen) (Heiligau, ca. 840 – Sankt Gallen, 912) was een vroeg middeleeuws auteur, componist, poëet en benedictijnermonnik in de Abdij van Sankt Gallen. Hij is de patroon van de muzikanten en wordt aangeroepen tegen het stotteren. Hij werd zaligverklaard in 1512. Zijn feestdag is op 6 april, maar in Sankt Gallen wordt hij ook op 7 mei gevierd.
Notker de Stotteraar werd rond 840 geboren in een welgestelde familie, in de Zwitserse plaats Heiligau (het huidige Elgg bij Winterthur). Hij werd reeds als kind toevertrouwd aan de benedictijnenabdij van Sankt Gallen. Op de toegestane leeftijd trad hij toe als monnik en zijn leven lang zou hij de functie bekleden van bibliothecaris en hoofd van de kloosterschool.
Notker de Stotteraar componeerde muziek en schreef er liturgische teksten bij. Zijn (Latijn voor Midden in het leven staan we in de dood) werd het strijdlied van de kruisvaarders.
Door liturgen wordt hij beschouwd als de oudste en bekendste dichter van sequensen (beurtzangen na een bijbellezing) in de kerkmuziek; zijn (Boek over muziekschrift en harmonieleer) is verloren gegaan, maar mede door hem werd Sankt Gallen een centrum van Europese kunst en cultuur. Wel bewaard gebleven zijn van hem (Hymnen en Sequenties), zijn dichtbundel (Verschillende gezangen), een heiligenkalender en een van veel fantasie getuigende levensbeschrijving van Karel de Grote.
Notker vond uit om de veelal lange en moeilijke melismen (lange reeksen noten op één lettergreep) gemakkelijker te onthouden. Hij gaf aan elk van die noten een eigen lettergreep, zodat de noten makkelijker te onthouden waren.