Er was eens een klein geitje dat hoorntjes begon te krijgen en
daarom dacht dat hij nu al een grote geit was. Hij liep in de wei,
samen met zijn moeder en een grote kudde geiten, en zei tegen
iedereen dat hij nu wel voor zichzelf kon zorgen.
Elke avond gingen de geiten naar hun stal om er te slapen. Op
een avond bleef het klein geitje op de wei staan. Zijn moeder
riep hem om mee naar huis te gaan. Maar hij wilde niet
luisteren en bleef knabbelen aan het malse gras. Toen hij na
een tijdje rondkeek zag hij dat zijn moeder en de andere geiten
al naar huis waren. Hij was helemaal alleen.
De zon ging onder en er kropen lange schaduwen over de grond.
Een koude wind stak op en maakte akelige geluiden in het gras
en in de bomen.
Het geitje rilde toen het dacht aan de verschrikkelijke wolf.
Hij liep snel over de weide en begon te roepen op zijn moeder.
Maar hij was nog niet halfweg toen hij, naast een groepje bomen,
de wolf zag staan!
Het geitje was bang want het wist dat de wolf hem zou opeten.
“Alstublieft, mijnheer de wolf” zei hij bevend “Ik weet dat u mij
gaat opeten. Maar speel eerst op uw blokfluit een liedje voor mij,
want ik wil dansen en vrolijk zijn, zolang als ik kan.”
De wolf vond het een leuk idee om eerst een liedje te spelen
vooraleer hij het geitje zou opeten. Hij zette zijn blokfluit aan zijn
mond en speelde een liedje. Het geitje begon vrolijk te dansen en
rond te springen. Maar het geluid van de blokfluit werd gehoord
door de honden die de geiten beschermen. Ze herkenden het
liedje van de wolf en begonnen heel hard naar de wei te lopen.
De wolf hield ineens op met zijn liedje en liep snel weg. Terwijl
de honden achter hem zaten was hij boos op zichzelf omdat hij
zo dom was geweest. In plaats van eerst een liedje te spelen
had hij beter het geitje onmiddellijk opgegeten.
CONCLUSIE
Laat je nooit afleiden
als je iets wilt bereiken.