De bijen, de wespen en de horzel


In een holle boom werd er honing gevonden, en de Wespen
verklaarden dat de honing van hen was. De Bijen verklaarden
met evenveel zekerheid dat het hun honing was.

De ruzie werd zo erg dat het leek alsof de Bijen en de Wespen
tegen elkaar zouden vechten. Op het laatste nippertje lieten ze
zich leiden door hun gezond verstand en spraken af om een
scheidsrechter aan te stellen. 

Ze gingen dus naar een Horzel die in dat deel van het bos voor
Vrederechter speelde.

Toen de Rechter de zaak liet voorkomen waren er getuigen die
verklaarden dat ze bepaalde gevleugelde schepsels in de buurt
van de holle boom hadden gezien, en dat die schepsels luid
zoemden en geel en zwart gestreepte lichamen hadden, zoals Bijen.

De advocaat van de Wespen legde er onmiddellijk de nadruk op dat
deze beschrijving ook perfect van toepassing was op zijn cliënten.
Omdat ze allebei zoemen en geel zwart gestreept zijn wilde Rechter
Horzel nog geen uitspraak doen en stelde hij de zaak zes weken uit
om er nog eens goed over na te denken.

Toen de zaak terug voorkwam hadden zowel de Bijen als de Wespen
een groot aantal getuigen meegebracht. Een Mier werd opgeroepen
als eerst getuige en net voor ze begon te spreken zei een wijze oude
Bij tegen de rechter:

“Edelachtbare, de zaak heeft zes weken stil gelegen. Wanneer er niet
gauw een beslissing wordt genomen zal de honing slecht worden. Ik
stel voor dat zowel de Bijen als de Wespen allebei een honingraat
bouwen. Dan zullen we snel zien aan wie de honing werkelijk
toebehoort.”

De Wespen protesteerden luidkeels. De wijze Rechter Horzel begreep
al snel waarom ze zo reageerden: ze wisten heel goed dat ze geen 
honingraten konden bouwen en die vullen met honing. Daarop zegde
Rechter Horzel:

“Het is duidelijk wie de honingraat in de holle boom
gebouwd heeft. De honing hoort toe aan de Bijen.”

CONCLUSIE

Bekwaamheid bewijst zichzelf door daden.

Tagged , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.